Motiverend technisch lezen

Leesonderwijs krijgt op onze school veel aandacht. Kinderen die veel boeken lezen, verhogen hun kans op het behalen van goede resultaten. Bij de aanpak Motiverend Lezen staat datgene centraal wat het lezen zo leuk maakt: tekst, inhoud, stijl en betekenis. Dit wordt gecombineerd met een motiverende, enthousiaste leerkracht en een duidelijk lesstramien met veel leestijd. Deze ingrediënten zijn van essentieel belang voor het ontwikkelen van zelfstandig lezende, gemotiveerde lezers die lezen om te leren en die lezen voor hun plezier.

Wat houdt het motiverend leestraject nu precies in?

De aanpak begint al bij de kleuters, bij het voorbereidend lezen. Er wordt op school veel voorgelezen! De prentenboeken in de kleutergroepen worden meerdere malen voorgelezen en volgens een vaste aanpak uitgewerkt. De kinderen gaan aan de slag met het schrijven van krabbels, herkenbare woorden en soms al enkele zinnen.

Vanaf groep 3 staat er veel leestijd op het rooster. Voor groep 3 is dat 425 minuten per week. In de leestijd draait alles om wat er toe doet om te leren lezen. Letters aanbieden, letters lezen, letters schrijven. Van letters naar woordjes naar zinnetjes naar tekst. We gaan zo snel mogelijk naar de tekst toe, naar het beleven van de context. 

Het voortgezet technisch lezen start met het hardop lezen in tweetallen, dit noemen we duolezen. Om de beurt lezen de leerlingen elkaar voor uit één boekje, waarbij ze elkaar helpen. Zodra de kinderen AVI niveau E4 bereikt hebben, gaan ze stillezen in hun zelfgekozen boeken uit de schoolbibliotheek. De kinderen lezen zo ongeveer 25 boeken per jaar. 

Mocht een kind in groep 3 of groep 4 het AVI niveau E4 al (vroegtijdig) bereikt hebben, dan gaat het kind afwisselend duo-lezen of stillezen. 

Op deze manier kunnen we goed aansluiten bij het leesniveau van de kinderen en kunnen ze  veel leeskilometers maken!

Leerkrachten houden in de klas ‘boekenbabbels’ om boeken en schrijvers te promoten, leerlingen nieuwsgierig te maken en de verschillende soorten boeken te introduceren. 

Door leesgesprekken met leerkracht en klasgenoten te voeren krijgen de leerlingen inzichten in teksten, leren ze verhalen waarderen en hun waardering te verwoorden. 

Extra leesbegeleiding

Leerlingen, die niet voldoende profiteren van het basisaanbod en de extra leestijd in de klas, krijgen extra leesbegeleiding buiten de groep van één van de onderwijsassistenten. De interventieprogramma’s Bouw!, Connect en Ralfi lezen worden hierbij ingezet.