Spelling

Spelling

Spelling staat in groep 3 t/m 8 op het lesrooster. 

In groep 3 zijn de lessen in het eerste half jaar geïntegreerd in de methode Veilig Leren Lezen. De kinderen leren hierbij klankzuivere woorden correct schrijven. Hierbij is een duidelijke combinatie met het lezen zichtbaar. In de tweede helft van het schooljaar wordt er een overgang gemaakt naar de methode die gebruikt wordt in groep 4 t/m 8. Hierbij blijft de methode Veilig Leren Lezen de rode draad in het geheel.

In groep 4 t/m 8 gaan we uit van categorieën. Aan het begin van een blok wordt er gestart met een signaaldictee. Vervolgens oefenen de leerlingen 3x per week met woorden uit 1 categorie. Bijvoorbeeld woorden met au/ou. Na 4 weken volgt een controledictee waarin de categorieën van de afgelopen weken door elkaar getoetst worden.

Vanaf groep 5 stellen de leerlingen n.a.v. het signaaldictee hun eigen doelen voor het komende blok op. Hierbij wordt bepaald bij welke categorie er nog extra oefening of ondersteuning nodig is.  

Opbouw van de les

  • In les 1 wordt de regel behorende bij de categorie uitgelegd. In les 2 en 3 wordt deze herhaald. 
  • Bij de start en afsluiting van de les wordt er gebruik gemaakt van een coöperatieve werkvorm waarbij alle leerlingen actief meedoen aan de les.
  • De leerlingen krijgen 15 woorden uit deze categorie, welke voorgedrukt staan op papier.
  • Leerlingen met extra oefening kleuren de categorie in elk woord.
  • Elk woord wordt afgedekt, opgeschreven en gecontroleerd. Dit wordt bij elk woord 2 keer gedaan
  • Als de leerlingen klaar zijn zoeken ze een klasgenoot op die ook klaar is. Samen maken ze een dictweetje, waarbij ze elkaar 5 woorden van die les laten opschrijven. ook deze woorden worden gecontroleerd.
  • Tot slot is er activiteit 3, waarbij de leerlingen opdrachten maken uit het werkboek van Spelling in Beeld. Ook hierbij staat de categorie van die week centraal.

Hoe werkt het differentiëren in de praktijk?

  • De kinderen die de doelen voor spelling behaald hebben, doen mee met les 1 en bepalen daarna zelf ( n.a.v. eerder gestelde doelen) of ze les 2 + 3 meedoen. Als ze niet meedoen, werken ze in een project voor taal.  
  • De kinderen die nog moeite hebben met spelling, krijgen minimaal 1 keer per week extra leertijd, waarbij de woorden nogmaals geoefend worden.